Een week fietsen in de Dolomieten
Zaterdag 1 september 2012 loopt om 03.15 uur de wekker af en begint de eerste dag van een week fietsen in de Dolomieten. Goed 05.00 uur vertrekken we met 15 personen in een busje en drie auto’s richting Apeldoorn waar we Kor en Stefan oppikken om daarna koers richting Duitsland – Oostenrijk – Italië te zetten. Aanvankelijk kunnen we lekker vlot doorrijden, maar ontkomen uiteindelijk toch niet aan het fenomeen FILE. Precies veertien uur doen we er over om op de plaats van bestemming te komen, te weten hotel Ustaria Posta in Badia (Italië). We checken in, drinken een biertje, eten lekker, nemen nog een afzakkertje en verdwijnen rond de klok van 22.30 uur onder de wol om uit te rusten van de inspannende reis en te dromen van de fietsdagen die komen gaan.
De 1e fietsdag beginnen we rustig met een lekkere afdaling en een geleidelijke beklimming naar een bergrestaurant op 1.540 +m (Rifugio Pederü). Na een heerlijk kopje koffie buiten op het terras, fietsen we dezelfde weg weer terug naar het hotel. Een gedeelte van de groep besluit om aansluitend toch nog even de Passo di Campolongo (1.875 +m) te beklimmen. De eerste groep heeft een afstand van 63 km gefietst en 832 hoogtemeters bedwongen. Voor de tweede groep is dit respectievelijk 90 km en 1380 hm.
Na het douchen hebben we buiten op het terras, in de zon en onder het genot van een pilsje, de dag nog even geëvalueerd. De stemming is uitstekend en dat belooft veel voor de rest van de week.
De 2e fietsdag begint het echte werk. Na een uitstekend ontbijt vertrekken we met de auto’s en de bus naar het 18 km verderop gelegen Arraba. Hier stappen we op de fiets en beginnen meteen aan de beklimming van de Passo Pordoi (2.239 +m). Boven is het koud en maken we snel een groepsfoto bij het monument van Fausto Coppi. Vervolgens genieten we volop van de prachtige afdaling en stoppen we in Canazei voor een kop koffie met strudel. De bodem is aldus gelegd voor de beklimming van de volgende col, te weten de Passo San Pellegrino (1.915 +m). In Alleghe, de plaats die Rob Hadders ons vorig jaar geadviseerd heeft, hebben we de tweede koffiestop gehouden. Doordat de weg nu geleidelijk aan wat omhoog loopt, valt het peloton in twee groepen uiteen en vindt er in Caprille een onbedoelde splitsing plaats. De eerste groep gaat rechtsaf en de tweede groep rechtdoor. Wonder boven wonder vindt de hergroepering enige tijd later weer plaats op een punt waar beide wegen samen komen. Bij aankomst in Arraba staat de teller op 106 km en 2.765 hm. Het avondeten smaakt uitstekend en het geheel wordt opgevrolijkt door Koert die de ene na de andere mop vertelt.
De 3e fietsdag begint regenachtig. De optimisten zijn in de meerderheid, dus besluiten we toch te gaan fietsen. En ze krijgen gelijk, de zon breekt later door en ondanks dat het fris is, valt er goed te fietsen. Via de Passo di Gardena (2.121 +m) en de Passo Sella (2.244 +m) arriveren we weer in Canazei waar we hetzelfde restaurant bezoeken als gisteren voor de koffie met strudel. Ook nu hebben we genoeg calorieën tot ons genomen om de Passo di Fedaia (2.057 +m) te beklimmen. Boven op de top nodigt een prachtig stuwmeer ons uit om even te pauzeren en foto’s te maken. Na een afdaling van ± 15 km beginnen we aan de aanloop naar de twee laatste cols van deze dag, namelijk de Passo di Falzarego (2.105 +m) en de Passo di Valparola (2.198 +m). De laatste klim is slechts 1 km lang maar wel behoorlijk pittig. Als toetje volgt een afdaling van 18 km naar het hotel, waar de teller op 105 km staat en ruim 3.140 hm.
De 4e fietsdag staat als een rustdag genoteerd, waarop nog wel een korte fietstocht gepland is. De tocht is inderdaad kort, slechts 54 km, maar de klim naar de top van de Passo di Furcia (1.757 +m) is de laatste 4 km behoorlijk steil. Er wordt door sommigen dan ook een groot vraagteken gezet bij de omschrijving “rustdag”. Na ruim 20 km wordt een “vliegende pauze” ingelast om te genieten van het prachtige uitzicht en vanuit de bus het eten en drinken aan te vullen. Boven op de Passo di Furcia kunnen we op een terras lekker in de zon zitten om een kop koffie te drinken. Voor Sjef is dat het moment om zijn dagelijkse hard gekookte eitje naar binnen te werken. Rond de klok van 12.00 uur vertrekken we weer, via dezelfde route, naar het hotel. Als we daar arriveren, staat de teller op 54 km en 1014 hm. De rest van de dag is iedereen vrij om te doen waar hij zin in heeft. Elf personen besluiten de omgeving te gaan verkennen en gaan lopend of met de lift omhoog naar het Santa Croce massief (2.045 +m). Het overweldigende bergmassief maakt diepe indruk op iedereen en er wordt volop genoten van de zon, het panorama en de fraaie kerk. Net op tijd, voordat een hevig onweer uitbreekt, is iedereen terug in het hotel. Na een uitstekend diner vindt de dagelijkse briefing plaats. Besloten wordt om morgen de groep in tweeën te splitsen. Een groep o.l.v. Koert gaat de volledige Dolomietenmarathon fietsen en een groep o.l.v. Ben gaat voor een aangepaste route (exclusief de Sellaronde). Tegen 22.00 uur is bijna iedereen al naar zijn kamer vertrokken om zich in alle rust voor te bereiden op de dag van morgen.
De 5e fietsdag is het vroeg dag omdat het ontbijt om 07.00 uur en het gezamenlijk vertrek om 08.00 uur is gepland. Op een wel haast natuurlijke wijze voltrekt zich de splitsing der groepen als we richting de eerste col van de dag fietsen. Dat is de Passo di Campolongo (1.875 +m). Na een fraaie afdaling bereiken we Arraba. Daar gaat de groep van Koert rechtsaf voor de Sellaronde ( Passo Pordoi 2.239 +m, Passo Sella 2.244 +m, Passo di Gardena 2.121 +m en Passo di Campolongo 1.875 +m) en de groep van Ben links af richting de Colle Santa Lucia (1.485 +m). Als de groep van Koert, na de Sellaronde, voor de tweede keer in Arraba arriveert, is het de hoogste tijd voor een “bakkie koffie” en een stuk taart. De groep van Ben pauzeert boven op de Colle Santa Lucia en geniet daar van de koffie en het prachtige uitzicht op Caprille. Het “fietshoofdgerecht” van deze dag is de beklimming van de beruchte Passo di Giau (2.233 +m) vanaf de zuidkant. Totaal bedraagt de afstand ruim 15 km, waarvan 6 km een stijgingspercentage heeft van 10 % of meer. Iedereen die aan de klim begint, komt goed boven en kan dan genieten van een betoverend landschap. Na een indrukwekkende afdaling gaat de groep van Ben in Pocol naar een restaurant om wat te eten. Sommigen zijn de repen en gelletjes zo zat, dat ze zich laten verleiden tot het nuttigen van een braadworst met frites. Het toetje voor beide groepen is de beklimming van de Passo di Falzarego (2.105 +m) en de korte maar pittige klim van de Passo di Valparola (2.198 +m). Op deze laatste col wordt de groep van Ben aangenaam verrast door de aanwezigheid van bergmarmotten en klimgeiten die het afzien van de fietsers met verbazing gade slaan. Vervolgens wordt het verstand op nul gezet en de blik op oneindig en in sneltreinvaart afgedaald naar het hotel dat zo’n 18 km verderop ligt. De groep van Koert fietst, op aandringen van Kor, eerst nog naar Corvara (de finishplaats van de Dolomietenmarathon) om vervolgens naar het hotel te gaan. Fietsgegevens:groep o.l.v. Ben 90 km en 2450 hm; groep o.l.v. Koert 152 km en 5048 hm. Onder het avondeten worden de indrukken van de dag uitgebreid besproken en kijkt iedereen terug op een fantastische dag.
De 6e fietsdag staat in het teken van recupereren en uitfietsen. De geplande tocht van ruim 100 km wordt aanzienlijk ingekort. Op advies van de eigenaar van het hotel, zelf een verwoed peddelaar, fietsen we een groot deel van de route over tertiaire wegen naar de top van de Passo delle Erbe (2.004 +m). De stijgingspercentages liegen er niet om en lopen soms op tot wel 17%. Na een korte afdaling fietsen we via een prachtige panoramaweg naar het dorpje Onies, alwaar we bij het hotel Onach hartelijk in de Duitse taal worden verwelkomd door de eigenaar.De zon staat inmiddels hoog aan de hemel en op het terras genieten we met volle teugen van de koffie en/of cola aangevuld met apfelstrudel voorzien van een flinke dot slagroom. Duidelijk is te merken dat er in de groep een “fietsverzadigingsgevoel” is ontstaan. Als de hoteleigenaar voorstelt om via een zeer fraaie weg terug te fietsen, wordt dit met algemene instemming begroet. Het is echter een weg die alleen maar gebruikt mag worden door wandelaars en fietsers. Dat betekent dat de volgbus een andere weg moet nemen. En dat wordt meteen afgestraft. Rob trakteert ons tijdens de afdaling op twee lekke banden en een kapotte buitenband. De volgbus kan ons niet bereiken, dus moet Koert alles uit de kast halen om dit probleem op te lossen. Op de geleiderail wordt een van de lekke banden in stukken gesneden en als extra versterking van de buitenband gebruikt. Terug bij het hotel hebben we toch nog 65 km gefietst en 1598 hoogtemeters overwonnen. Na het douchen wordt op een zonovergoten terras voor het hotel, onder het genot van enkele biertjes, de dag nog eens doorgenomen. De stemming zit er, zoals steeds het geval is, goed in. Het “galgenmaal” smaakt weer voortreffelijk en na afloop is onder leiding van JanF, via het inmiddels bekende driepuntensysteem, de week geëvalueerd. Afgezien van enkele aandachtspunten is de algemene conclusie dat we met elkaar een fantastische fietsweek hebben gehad. De meesten gaan vroeg onder de wol om morgen goed uitgeslapen aan de thuisreis te kunnen beginnen.
Zaterdag 8 september is het vroeg dag. Om 06.15 uur loopt de wekker op de meeste kamers af. Het ontbijt mag er weer zijn en iedereen kan een lunchpakket klaarmaken. Als alle thermoskannen gevuld zijn met koffie, nemen we afscheid van mevrouw Tavella en om 08.00 uur vertrekken we richting de Brennerpass. We gaan nu niet via München, maar kiezen voor de route over de Fernpass. Voorbij Innsbruck raken we elkaar wat kwijt, maar boven op de Fernpass vindt een hergroepering plaats. Bij Ulm valt de stoet ongewild weer uit elkaar. De auto’s van JanF en Ben missen de afslag naar Stuttgart en rijden rechtdoor naar Würzburg. De bus en de auto van Henk gaan wel richting Stuttgart. Net voorbij Frankfurt treffen we elkaar weer op een parkeerplaats. In vlot tempo wordt er doorgereden richting Nederlandse grens. In Apeldoorn worden Kor en Stefan afgezet en JanSt in Zwolle. Als we om 20.15 uur bij Anneke van Elp in Emmeloord aankomen, worden we uitgenodigd om op het terras nog even na te zitten. Onder het genot van een lekkere kop koffie praten we na over een geweldige fietsweek die in alle opzichten (sportief, gezelligheid, sfeer, omgeving, kameraadschap, accommodatie etc.) geslaagd is.